Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En een stelling had vier koperen raderen, en [71]koperen platen; en haar vier hoeken hadden [72]schouderen; onder het [73]wasvat waren deze gegoten schouderen ter zijde van ieders bijvoegselen. 71. In welke de assen der wielen staken, tot ondersteuning der stellingen, die daarop lagen. 72. Dat is, houvasten, als schouders die boven uit de holligheid aan de vier hoeken der stelling uitkwamen; niet van buiten daaraan gemaakt, maar daaruit ontspringende, en daarmede gegoten zijnde, om het wasvat, dat daarop lag, vast te houden, opdat het in het vervoeren van de stelling niet zou waggelen. Vergelijk onder, vs.34. 73. Zie hiervan inder, vs.38.